Eigenlijk kom je dagelijks in contact met niveautransmitters, zo kun je je afvragen hoe vol de tank zit van je auto, motor of grasmaaier. Maar hoe wordt dat eigenlijk doorgegeven vanuit de benzinetank naar je benzinemeter? Natuurlijk zijn er mechanische versies die direct vertalen hoe vol die zit naar je dashboard, maar hoe gaat dat in een situatie waar de tank verder weg zit? Of wanneer je er maar heel moeilijk bij kunt komen? Voor dit soort applicaties worden niveautransmitters gebruikt. Laten we eens kijken naar hoe ze werken en wat ze doen.
Een niveautransmitter heeft als belangrijkste onderdelen twee dingen: Het eerste onderdeel die drijft op of ondergedompeld zit in de vloeistof en het tweede onderdeel waarmee de oriëntatie van het eerste onderdeel vertaald wordt naar een output signaal. Het kan zijn dat deze onderdelen in één behuizing zitten, het kan ook zo zijn dat ze los van elkaar zitten maar verbonden zijn via een kabel of bedrading. Dat hangt dan ook af van het type, hier volgt later meer over in deze uitleg.
De niveautransmitter wordt zo gekalibreerd dat hij weet wanneer de tank vol zit (100%) en dat hij weet wanneer de tank leeg is (0%). Het meest voorkomende output signaal is 4-20 mA, dus wanneer de tank leeg is dan zal de transmitter een signaal van 4 mA uitzenden en wanneer de tank vol is dan zal de transmitter een signaal van 20 mA uitzenden. Alles ertussenin wordt lineair uitgezonden naar rato van hoe vol de tank zit. Hierin zit dan ook gelijk het grootste voordeel van de niveautransmitter vergeleken met de mechanische niveauschakelaars, omdat deze eigenlijk alleen maar schakelen op het moment dat de tank te vol of te leeg begint te raken en tussendoor niks doet. Dit betekent ook dat degene die de tank overziet de verschillende punten in het bereik kan gebruiken om geïnformeerd te blijven of zelfs om andere apparatuur aan of uit te zetten.
Dit type niveautransmitter gebruikt een drijver die verbonden is aan een staaf, waar de drijver langs de staaf beweegt wanneer het niveau van de vloeistof stijgt of daalt. De staaf en de drijver kunnen van allerlei materialen gemaakt worden en deze kunnen ook gecoat worden om ervoor te zorgen dat het geheel nog beter bestand is tegen allerlei moeilijke installatie-omstandigheden. In dit type is de plek waar het outputsignaal gegenereerd wordt in de kop bevestigd, waar de output gekozen kan worden aan de hand van de rest van het systeem. Veelvoorkomende outputs in de praktijk zijn 4-20 mA field signals, HART®, PROFIBUS® PA en FOUNDATION™ Fieldbus.
Het magnetische systeem in de staaf van de niveautransmitter activeert een weerstandsmeetketting die overeenkomt met een 3-draads potentiometer circuit. Het voltage dat gegenereerd wordt hierdoor is proportioneel aan het niveau van de vloeistof. Het voltage kent zeer kleine stappen omdat de contacten in de meetketting gesplitst zijn en daarom is deze eigenlijk continue. Afhankelijk van de benodigdheden kan er ook gekozen worden voor specifieke splitsingstappen.
Een onderdompelbare druksensor of onderdompelbare niveautransmitter gebruikt het principe van de hoeveelheid druk die uitgeoefend wordt op de sensor om aan te geven wat het huidige niveau van de vloeistof is. Dit wordt ook wel de hydrostatische druk genoemd. Dit type wordt vooral gebruikt in tanks, putten, schachten en geboorde gaten. Je kunt de sensor simpelweg laten zakken totdat deze de bodem heeft bereikt en dan zal de sensor aangeven hoeveel druk er uitgeoefend wordt op de sensor van bovenaf.
Deze verschilt dus van de niveautransmitter met de drijver, omdat de hoogte van de vloeistof preciezer doorgegeven kan worden. De optie bestaat ook om een temperatuursensor toe te voegen aan de druksensor, zodat er ook geen aparte temperatuursensor meer nodig is in dezelfde tank. Het ontwerp staat ook toe dat er tot wel 300m kabel bereikt kan worden voor sommige types, wat het aantal toepassingen alleen maar nog meer vergroot.